Sol Lewitt en het seriële landschap


Omslag Van Monteluco naar Spoleto
voor- en achterkant
Sol Lewitt koestert sinds de jaren zestig net als vele andere conceptuele kunstenaars het ideaal van een niet-hiërarchische samenleving met een kunst die uitvoerbaar, bereikbaar en betaalbaar is. Zijn kunstenaarsboeken - waaronder veel fotoboeken - beschouwt hij als voor ieder betaalbare, informatieve demonstraties van zijn concepten.

Rationale waarneming is in zijn visie objectiverend. Vormverwantschap is in zijn werk de uitdrukking van een logisch verband waarin een relatie bestaat tussen de werking van constanten en variabelen; intrisieke waarden van een vormverandering. In het werk van Lewitt zijn de vier absolute richtingen (horizontaal, verticaal, en de twee diagonale richtingen) en de herhaling van de lijn essentieel.

Ook in zijn foto´s valt duidelijk te zien dat die, net als de rest van zijn oeuvre, op een conceptuele en seriële manier zijn ontstaan. Lewitt is altijd al sterk geïnspireerd geweest door Eadweard Muybridge´s fotografische studies van de menselijke en dierlijke beweging. Al in 1964 maakt hij Muybridge I en II; driedimensionale objecten waarin een serie foto's verwerkt is, waarop een naakte vrouw steeds vanaf een andere afstand bezien wordt. Ook veel van Lewitts andere fotowerk kenmerkt zich door een dergelijk serialisme. Een goed voorbeeld hiervan is het uit 1978 afkomstige Clouds dat bestaat uit 54 foto's van verschillende prachtige wolkenhemels. In Autobiography (Multiples 1980) toont Lewitt foto's van steeds terugkerende objecten uit zijn dagelijks leven. Hij vertelt, anders dan de de titel zou doen vermoeden, niet zijn leven door alle objecten in zijn atelier te fotograferen, maar beheerst hij de chaos van zijn omgeving door methodische inventarisatie. Het is een verslag noch verhaal; het gaat hem erom aan te tonen dat door middel van het boek seriële wordt toegepast op de wanorde van zijn atelier. 

Als Lewitt rond 1976 de abstracte combinaties van lijnen en kleuren uit zijn eerste werken achter zich laat, wil hij in zijn boeken de geometrie die in de concrete werkelijkheid verscholen ligt zichtbaar maken volgens een uniformele formule, afgeleid van de uit zijn sculpturen gehouwen kubussen: vierkante foto's, drie bij drie gerangschikt in drie rijen onder elkaar (soms twee bij twee in twee rijen) op een vierkante pagina. Een voorbeeld is Photogrids (Paul David Press en Rizzoli 1978). Hierin verzamelt hij allerlei soorten traliewerken: getraliede vensters, rioolroosters en afrasteringen. In het kunstenaarsboek Van Monteluco naar Spoleto (Eindoven/Weesp Van Abbemuseum/Openbaar Kunstbezit,1984) zijn rasters van foto's opgenomen van het landschap die Lewitt gedurende zijn wandelingen daar heeft gemaakt. De foto´s zijn allemaal in december 1976 genomen tussen de gelijknamige steden in Umbrië. Elk van de veertig pagina's - inclusief de voor- en achterkant - heeft roosters van negen vierkantjes. Dat resulteert in een ordening van 360 ​​beelden. Deze kunnen worden gelezen als een afzonderlijke vastlegging van een serialisme van kleuren, texturen, luchten, stenen, muren en andere vormen. Een samenspel van beelden waar wij voortdurend horizontale-, verticale- en diagonale lijnen in herkennen. Het gebruik van kleur verrijkt de contrasten en de overeenkomsten tussen de beelden. Ondanks het representatieve element dat inherent is aan de fotografie, maakt Lewitt ook gebruik van de mogelijkheden van het boek zijn beelden goed te organiseren om de serialiteit van de systemen die kenmerkend zijn in zijn non-figuratief werk weer te geven.


Fragmenten uit: Van Monteluco naar Spoleto

Geen opmerkingen:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...